Sondigse Soep van os Mam Ingrediënten voor de soep: 500 gr. mager soepvlees, selderij en peterselie 2 stuks prei ui wortel bloemkoolroosjes 3 runderbouillonblokjes, (goudmerk) handje vermicelli eventueel asperges stukjes Ingrediënten voor de mergballetjes: 1 mergpijpje beschuit (verkruimeld) of paneermeel peper/zout/nootmuskaat ei kokend water. Zaterdagavond 20.00 uur: Breng water aan de kook voor een flinke pan soep. Doe het soepvlees in het kokend water en verlaag direct de hittebron zodat het water niet meer kookt. voeg ook de mergpijp toe, maar schraap eerst het merg eruit en bewaar dit afgedekt in de koelkast.Maak van selderij, peterselie, prei, ui en een stuk wortel een bouquette garni.Voeg dit samen met één blokje runderbouillon toe aan het vlees. Laat de bouiilon nu zo'n 5 à 6 uurtjes met deksel op pan trekken op een klein vuurtje. N.B. de soep mag nu niet meer koken.Controleer dit regelmatig. Zet voor dat je gaat slapen de vlam uit en laat de soep in de nacht rusten. Zondagmorgen 10.30uur: Verwijder het bouquette garni en neem het soepvlees uit de pan met een schuimspaan. Verwarm de bouillon en voeg preiringen, wortelstukjes, vers gesneden peterselie, selderij en 2 bouillonblokjes toe. Verwarm het geheel goed maar laat de soep niet meer koken. Voeg het laatste kwartier de bloemkoolroosjes, de vermicelli en eventueel de aspergestukjes toen. Maak nu de balletjes. Als de bloemkool roosjes 'beetgaar' zijn is de soep klaar. Proef doorlopend en voeg zout en versgemalen peper of eventueel wat maggi naar smaak toe. De balletjes: Haal het merg een half uur voor gebruik uit de koelkast en vermeng (prakken) dit met een losgeklopt ei en voeg de verkruimelde beschuit toe, totdat het mengsel niet meer plakt. Kruid met peper, zout en nootmuskaat. Draai er met nat gemaakte handen kleine balletjes van. Laat de balletjes voorzichtig in kokend water even 'hard' worden. Ze worden 2 keer zo groot, vandaar dat je beter kleine balletje kunt draaien. Voeg na een paar minuten zachtjes koken de balletjes aan de soep toe en laat ze verder gaar worden. Het soepvlees: We deden er altijd twee dingen mee; of het werd uit elkaar getrokken en opgegeten met de soep; of het werd na de soep als een soort tussengerecht geserveerd. Het soepvlees werd dan verdeeld onder ons zevenen en gegeten met een uitje ('n Luikske) en een augurkje.( Kumkummerke). Franse mosterd mocht hierbij niet ontbreken.