BECHAMELSAUS een basissaus: 50 gram boter 50 gram bloem circa 5 deciliter melk zout, nootmuskaat en peper Smelt de boter op een niet te hoog vuur in een steelpan en roer de bloem er in een keer door, laat de bloem niet bruin worden. Giet er, op laag tot matig vuur, alle melk door en breng langzaam al roerend aan de kook. Laat de saus 20 minuten zachtjes doorkoken. De saus mag niet meer naar bloem smaken. Roer regelmatig door. voeg zout toe. Haal de pan van 't vuur en breng de saus op dikte met nog zoveel melk als nodig is, kook nog even kort door en breng de saus op smaak met zout, peper en nootmuskaat. Houd de saus tot gebruik warm, pas op voor aanbranden. Beroemde koks geven de melk vrijwel altijd eerst een kruidenaroma voordat de béchamelsaus gemaakt wordt. Maak een keuze uit één van de volgende twee kruidenmengsels.  MENGSEL [1] 1 sjalotje, 1 worteltje, 1 takje bladselderij, 1 laurierblad, 5 witte peperkorrels, 1 blaadje foelie (Sjalotje pellen en fijn snipperen. Selderij en wortel wassen. Wortel in stukjes snijden.)   MENGSEL [2] 4 takjes peterselie, 1 laurierblad, 1/2 ui, 1 takje verse tijm (3 centimeter) (De peterselie wassen, de ui pellen en fijn snipperen.) Breng in een steelpan met dikke bodem de melk met de kruiden van het gekozen mengsel aan de kook. Leg een deksel op de pan en laat de melk op een zeer laag pitje 1/2 - 1 uur zachtjes trekken. Zeef de melk voor gebruik.